Halmahera 2010

Zin om een beetje te pionieren? Om te duiken op plekken waar nog niet gedoken wordt? Die vraag lieten we ons geen twee keer stellen. Dus gingen we in op Rob’s aanbod om z’n nieuwe stek te bezoeken

Er te komen was een avontuur en reis op zich. Vanaf Amsterdam via Singapore naar Manado. Daar een rustmiddag en –nacht. Nou ja, rust. We wilden even wat roepia’s pinnen. Meteen de halve stad gezien, aangezien geen enkele pinautomaat onze nieuwe bankpassen accepteerde. Geluk bij een ongeluk: we vonden m’n favoriete gado-gado tentje terug, waar we 8 jaar geleden de lekkerste gado-gado ooit hadden gegeten. Ondanks een nieuwe eigenaar nog steeds een supermaaltijd (en dat voor net iets meer dan 1 euro).

De volgende ochtend terug naar de luchthaven. Daar staan Rob, Linda, zoontje Adrian en twee andere gasten, Eddy en Ciska, al op ons te wachten. Gezamenlijk vliegen we naar Ternate.

Na een korte rit over het sultanaat stappen we in een speedboat die ons in een klein half uurtje naar Halmahera, het grootste eiland van de Noord Molukken brengt.

Op Halmahera verdelen we ons over twee auto´s. Ik stap bij Rob en Linda in de auto, Rokus deelt een taxi met Eddy en Ciska. Op weg naar Weda resort. Figuurlijk dan op weg, want af en toe is er geen sprake van een weg. Tenzij je het gebeuren tussen de gaten een weg wilt noemen.

Ook de staat van de verschillende bruggen onderweg is niet je van het. Enorme gaten in het brugdek zijn gerepareerd met een dubbel spoor van planken.

 Opletten waar je rijdt dus. Het toppunt (of dieptepunt?) is een driekwart ingestorte brug. Wat nu? In de rivier is een soort stuw gemaakt, waardoor het water te hoog staat om erdoorheen te rijden. De lokale taxichauffeur ziet het probleem niet en rijdt doodleuk door, over het restant van de brug, precies wielbasis breed. Rob volgt nadat ik ben uitgestapt. Ik ben niet gek. Maar het gaat goed, dus stap ik aan de andere kant weer in.

Aangezien er geen tankstations zijn op Halmahera tanken we bij een buurtwinkeltje. Trechter op de tank en flessen legen dus. Tankstations zijn er trouwens wel, maar corruptie viert hoogtij. Daarom zijn ze nooit open. Benzine wordt boven de verkoopprijs doorverkocht aan lokale middenstanders die het aan huis met nog weer wat winst verkopen.

Het is een mooie rit. Eerst langs de kust, met prachtig uitzicht over zee en de verschillende vulkanische eilanden en eilandjes die erin liggen. Na een uurtje of twee verlaten we de kust om de bergen in te rijden. Halmahera is wat bergachtig met steile hellingen. En hoe dichter we bij Weda komen hoe meer oorspronkelijke begroeiing er is.

Het is al eind van de middag als we in Weda aankomen. Een dorpje van niks, maar het centrum van dit deel van het eiland. Wij stappen over op Rob’s boot. Rob heeft nog 2,5 uur per auto voor de boeg voor hij thuis is. Met de boot is het slechts een klein uurtje.

Het wordt snel donker en dan valt het des te meer op hoe schaars bewoond dit gebied is. Slechts hier en daar een lichtje. We vragen ons dus ook wel een beetje af waar we heen gaan. Maar als we dichterbij de kust komen verschijnt er een zaklantaarn op het strand. Welkom op Weda resort.


Er zijn twee huisjes af. Nou ja, af, er zit een dak op en er staan goeie bedden voorzien van klamboe. Maar de badkamer is verre van af. Er is wel een wc (zonder spoelbak), een plastic ton met bakje (Indonesische variant van een douche) en jerrycans met water. En als je die in de zon zet is het water nog best warm ook. Het huisje heeft een enorme veranda waar het heerlijk vertoeven is.

Verrassend is het dat ‘t absoluut niet heet is in de huisjes. ’s Nachts krijg ik het er zelfs wat koud (ik weet het, ben geen maatstaf, maar toch). Zelfs Rokus trekt een t-shirt aan en kruipt onder het laken.  En met een kikkerconcert vallen we in slaap.

De volgende ochtend vroeg wakker vanwege gekwetter van vogeltjes.  Waren de kikkers eindelijk stil……. Leuk hoor, al die natuur ;-)

Maar genoeg geouwehoerd,  we komen natuurlijk om te duiken. Bij (dag)licht is het gelukkig een stuk makkelijker uitpakken.

Ons huisje staat zo’n 7 meter van zee en de boot ligt voor de deur. Veel te sjouwen valt er dus niet. Na een lekker ontbijt dus de zee op, samen met Ciska & Eddy en de twee gidsen Johnny en Agi.

De nachtduik maken we op het huisrif. Op het eerste gezicht is het wat stil, een kale zandhelling. Maar snel volgen wat koraalblokken en boomstammen.

 

We vinden een paartje pegasus seamoth en heel veel soorten huisjesslakken en krabben. Prima afsluiting van een leuke duikdag.

De eerste duiken maken we op plekken waar Rob en de gidsen al gedoken hebben. Ze hebben het de naam Fishfountain gegeven. Het blijkt een mooi begroeide en onbeschadigde koraalhelling te zijn. Heel veel rifvisjes, waaronder de mooiste blennies ooit. De zakpijpen zijn net iets anders dan elders. Koraalvlinders en doktersvissen zijn fors van maat. Dat zullen we ook de andere duiken vaak zien. De afmetingen die je wel eens in boeken ziet staan komen dus echt voor.  

De tweede duikstek hebben de mannen Spooky coral garden genoemd. Door de instroom van zoet water is het wat stoffig dus inderdaad best spooky. Ook hier is veel leven, sepia’s, grote scholen fussiliers, jonge batfish, enorm grote cardinalfishes om eens wat te noemen. Christmas tree worms in alle kleuren van de regenboog.

De volgende duikdagen zoeken we min of meer onze eigen duikstekken. De tweede dag is dat op een rif dat door de lokale bevolking Sharkreef wordt genoemd. We starten op een puinhelling. Maar snel gaat die over in een prachtig gevarieerde wand / steile helling van hard en zacht koraal. Heel veel scholen (rif)vis. Voor het eerst vinden een clingfish in een veerster. Die kenden we alleen uit boeken. De volgende duiken volgen er meer, soms zelfs twee in 1 veerster.

We zien er inderdaad een rifhaaitje. Maar om daar nu meteen een duikstek naar te noemen? Duikstekken namen geven is niet gemakkelijk. Dat doen we dus ook niet. We loggen ze op GPS coördinaten. Ik denk dat je ergens veel vaker moet duiken wil je een toepasselijke naam kunnen bedenken. De Fishfountain hebben wij de eerste dag niet kunnen ontdekken. Als we er later in de week een middagduik maken snappen we waarom Rob het zo noemde: vanuit de diepte komen enorme scholen vis naar boven. Maar dat was bij de ochtendduik niet het geval.

De tweede duik maken we 240 meter verder, op hetzelfde haaienrif. Nog steeds een mooi gevarieerde wand. Helaas stroomt het hier totaal niet, waardoor het zachte koraal slap hangt. Vanmorgen was een minimale stroming wel genoeg voor een vrolijk bloeiende wand.

De tweede duik heeft wel meer grote vis, enorm grote snappers, groupers en weer enorme scholen fussiliers.

De nachtduik maken we weer op het huisrif.  Dit keer de andere kant op, waar meer leven lijkt te zitten. Weer een paartje pegasus, maar ook napoleon snake-eels, ornate ghostpipefish, zebra (of spiny) sepia, pijlinktvis. En weer veel huisjessakken, waaronder verschillende murex.

Naast sharkreef is er nog een buitenrif: Tidore op ca. 20 km vanaf Weda resort. Een enorm rif, waarvan bij laag water wat stukken koraal boven water uitsteken. Je zou bij dit soort buitenriffen verwachten dat het er enorm stroomt. Maar bij geen van de 24 duiken die we bij Weda maken hebben we noemenswaardige stroming. Wat een verschil met Ambon, waar zelfs in de baai een rifhaak af en toe wel handig geweest zou zijn.

Tidore blijkt supermooie koraalhellingen te hebben. Veel hard koraal en ondiep lijkt het complete  hoofdstuk rifvissen uit het vissenboek uitgestrooid te zijn . Maar ook veel grote vis. Om toch weer wat te noemen: schooltje grote humphead parrotfish,

 

napoleons, tonijn en makrelen, barracuda’s, grote murenes en een enkele schildpad. Op een duik zien we overdag (?!) veel doornenkronen, een kale vlakte achter zich latend. Hopelijk is Tidore te groot om kaal gegeten te worden.

Naarmate de week vordert duiken we steeds meer op plekken waar Rob en/of de jongens nog niet zijn geweest. Soms zijn het prachtige duiken, andere keren hebben we pech. Zo maken we een duik langs een prachtige koraalhelling van hardkoraal. Maar na een kwartier (……half uur, ……….uur….…) is de helling nog steeds hetzelfde. Gaap, gaap.

Een andere duik blijkt het koraal zwaar beschadigd. Waardoor weten we niet. Ondiep, tot een meter of tien is er hier en daar nog wel wat heel, maar voor de rest….. echt niet de moeite waard. Rokus haakt af en gaat liever aan boord een boekje lezen.

Fotograferen op Weda blijkt niet eenvoudig. Op zich is er genoeg te zien, maar alles is vrij schuw. Misschien omdat ze nog nooit een duiker gezien hebben? Voor Rokus als macrofotograaf is dat vaak knap frustrerend. Maar ook al had íe een groothoek gehad: het zicht is niet super dus dat was ook niet gemakkelijk geweest.

Maar soms zijn er ook onverwacht erg leuke duiken. Bij een jetty van een klein dorpje zwemt een enorme bal van vis. Die willen we wel van dichtbij bekijken. Meteen ben ik Rokus kwijt. Door de vissen zie je je buddy niet meer. Dus ik wacht onder die enorme bal. Leuk wachten, aangezien er een paar barracuda’s en makrelen aan het jagen zijn. Ineens gaat de bal als een gordijn open en zwemt Rokus tevoorschijn. Prachtig gezicht. We duiken verder door vrij troebel water. Misschien toch niet zo’n beste plek voor een duik denk ik nog even. Maar als je je niet laat afleiden door het slechte zicht blijkt er enorm veel leuk spul te zitten. Verschillende voor ons nieuwe slakjes gevonden. Dat gebeurt niet zo vaak meer en zeker niet meerdere op 1 duik.


De nachtduiken zijn zonder uitzondering erg leuk. Nu duiken we ook wel graag ’s nachts. En gids Johnny duidelijk ook. Misschien iets te graag. Als ik na 50 minuten aangeef dat het toch echt tijd wordt om om te keren ‘’begrijpt’’ íe me niet of heeft íe ineens wel erg veel interesse in een dotje wier etc.  En zo gaat het alle nachtduiken. Staan wij ons na bijna 2 uur al om te kleden, komt hij schoorvoetend het water uit. Dus Johnny mag van ons blijven! Hij heeft namelijk ook nog eens heel erg goeie ogen. Al gaat de Hairy shrimp die hij vindt zelf ons wat te ver. Het beestje is 2 mm groot (ehhh klein) en onooglijk. Pas op de foto zien we waar we naar hebben zitten kijken.

Terwijl wij duiken wordt er in het resort hard gewerkt. Zonnepanelen worden geïnstalleerd, zodat we na een paar dagen stroom en later zelfs stromend warm water hebben. Totdat de panelen onder het stof zitten…… Maar de kinderziektes worden snel opgelost.

De kikkers en vogels blijven, maar daar wen je verrassend snel aan. Ook de (toch best wel bijzondere) neushoornvogels worden een beetje gewoontjes als je ze elke dag ziet.

 

Tot twee keer toe zien we tussen de duiken door enorme zwermen vliegende honden, echt honderden. Ook worden we regelmatig vergezeld door grote scholen dolfijnen. Blijft toch een prachtig gezicht hoe ze keer op keer voor de boot uit springen.

Na 8 dagen zit het eerste deel van onze vakantie erop. Na het ontbijt vertrekken we richting Lembeh. De namiddag,  avond en nacht brengen we in Ternate door. Een zwaar islamitisch sultanaat, dus onze zoektocht naar een biertje is tevergeefs. Dus dan maar aan het alcoholvrije bier. Het enorme zwembad van ons 4 sterren hotel laten we i.v.m. enorm onweer voor wat het is.

De volgende ochtend vliegen we door naar Lembeh. In de loop van de middag zijn we weer thuis in het Divers Lodge Lembeh. Hoog tijd voor een (nacht)duik!

Sanne

 

p.s. meer foto's van deze duikvakantie vind je op Diverosa: Halmahera 2010

 

 


  ga naar deel 2: Lembeh 2010

 terug naar reisverhalen

.